Intervisieautisme 11.10.2016

 

Het is niet altijd eenvoudig de relevantie van een autismespectrumstoornis (ASS) in het kader van seksueel grensoverschrijdend gedrag te begrijpen. Mensen met een ASS hebben soms een foutief begrip van de intenties van anderen en hebben moeilijkheden met het interpreteren van bepaalde sociale signalen. Daarnaast is het voor hen moeilijk om zich te verplaatsen in anderen en zijn er vaak repetitieve stereotype interesses, wat een risicofactor kan vormen wanneer de preoccupatie van seksuele aard is. Indien er bij mensen met ASS sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag lijkt het dus vaak te kaderen binnen de problematiek van de ASS.
In de behandeling van seksuele daders heeft het RNR-model van Andrews en Bonta reeds zijn werkzaamheid bewezen. Het responsiviteitsprincipe is daarbij essentieel en geeft aan dat de behandeling moet zijn aangepast aan de leerstijl van de patiënt. Deze responsiviteit bij mensen met ASS is in forensische interventies niet eenvoudig in te schatten. Er is nog steeds gebrekkige kennis over hoe met een ASS om te gaan in een forensische context. Daarnaast is er nog steeds geen grootschalig onderzoek naar specifieke risicofactoren en is er zeer weinig literatuur over aangepaste behandelprogramma’s.
Het UFC merkt op dat het aantal vragen over hoe om te gaan met een ASS bij daders van seksueel grensoverschrijdend gedrag, stijgt. Aangezien onze eigen ervaring en expertise met betrekking tot dit thema beperkt is, riepen we graag de deskundige hulp in van Jeroen Dewinter, verbonden aan GGzE in Eindhoven en Tilburg University. Jeroen studeerde in 2000 af als orthopedagoog aan de KU Leuven. In 2005 werd hij, na zijn postacademische opleiding, erkend lid van de Vlaamse Vereniging voor Gedragstherapie. Hij werkte tot 2009 als gedragstherapeut in de (forensische) kinder- en jeugdpsychiatrie in Antwerpen (UKJA) en de bijzondere jeugdzorg. Hij volgde nadien de opleiding Klinische Psychologie bij GGzE en Rino Zuid in Eindhoven. Na de afronding van zijn opleiding startte hij in 2013 het huidig poliklinisch team voor jongvolwassenen. Daarnaast promoveerde hij tot doctor in maart 2016 op het thema ‘Seksualiteit bij normaalbegaafde adolescente jongens met autisme' (Universiteit van Tilburg). Vanuit zijn expertise vroegen we Jeroen om onder andere de link te leggen tussen ASS en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en om stil te staan bij de uitdagingen die die combinatie met zich meebrengt op vlak van diagnostiek en behandeling. U kan in bijlage de uitnodiging van de intervisie terugvinden.

Aangesteld als expert ter zake, verduidelijkte Jeroen Dewinter de vooropgestelde thematiek, met name seksualiteit en autisme. Vertrekkende vanuit de input die we mochten ontvangen van de deelnemers (deelnemers werden op voorhand aangemoedigd om één of meerdere vragen door te sturen) volgde een schets van de moeilijkheden en mogelijke problemen die in het werken met deze doelgroep kunnen opduiken, alsook enkele tips & tricks om die moeilijkheden voor te blijven of zo goed mogelijk aan te pakken. In een tweede deel van de intervisie werden nog enkele casussen besproken. Bij de evaluatie gaven aantal deelnemers aan dat men liever wat langer had stilgestaan bij de casusbesprekingen dan bij het eerste deel.

jeroen2

39 psychologen, justitie-assistenten, artsen en andere hulpverleners namen deel aan de intervisie. 32 deelnemers bezorgden na afloop een ingevuld evaluatieformulier. Het thema spreekt erg aan, zo oordeelde 68% van de deelnemers. 72% vond de intervisie bruikbaar voor de praktijk.


Jeroen Dewinter bezorgde ons aanvullende literatuur, boekentips en zijn presentatie. Via de nieuwsbrief (december 2016) werd de mogelijkheid gegeven om via mail deze informatie op te vragen.