Op 10 februari 2014 mocht het UFC opnieuw talrijke geïnteresseerden ontvangen voor de studiedag rond allochtone seksuele daders. De gasten werden 's morgens ontvangen aan het Auditorium Kinsbergen in het UZA, waarna de studiedag over allochtone seksuele daders van start kon gaan. Het openingswoord werd verzorgd door UFC-directeur prof. dr. Kris Goethals, die na een korte toelichting van het programma en enkele praktische afspraken, de eerste spreker aankondigde.

Stefaan Plysier, psycholoog bij het Steunpunt Cultuursensitieve Zorg van het CGG Brussel, mocht het publiek als eerste laten kennismaken met wat cultuursensitieve zorg juist inhoudt in de algemene gezondheidszorg. Hij gaf een weergave van wat de invulling ervan was doorheen de voorbije jaren, en waar we vandaag zouden kunnen staan op dit vlak. Daarbovenop gaf hij de benodigdheden voor cultuursensitieve zorg in een therapeutische context mee, en illustreerde hij wat de basishouding moet zijn van een therapeut die werkt met allochtone cliënten. Stefaan Plysier's betoog was een interessante algemene inleiding op de presentaties van de volgende sprekers.

Meteen hierna nam Johan Van Nuffel, psycholoog bij de psychosociale dienst van de gevangenis van Antwerpen en bijgeschoold op het vlak van kennis rond de Arabische cultuur, het woord. Hij bracht een praktische invulling van wat in de eerste presentatie al werd vermeld en richtte zich op de allochtone gevangenispopulatie in Vlaanderen. Hij gaf zijn uiteenzetting de titel "Interculturele communicatie met gedetineerden: puzzelen of kibbelen". Met cijfermateriaal illustreerde hij wat het aandeel van de allochtone seksuele daders in de Vlaamse gevangenispopulatie is, en welke problemen er met de interpretatie van deze cijfers gepaard gaan. Mr. Van Nuffel schetste het bestaande communicatieprobleem, dat zowel door de taal als door de cultuurverschillen ontstaat. Om zijn presentatie te besluiten, illustreerde hij zijn praktische invulling van cultuursensitief werken aan de hand van twee casussen. Vervolgens werd er tijd gemaakt voor enkele vragen uit het publiek voor de eerste twee sprekers en kregen de deelnemers ook de kans om alles even te laten bezinken tijdens een koffiepauze.

Vervolgens kwam prof. dr. Jan Hendriks aan het woord voor zijn presentatie van "Allochtone versus autochtone daders: verschillen en overeenkomsten". Prof. dr. Jan Hendriks is bijzonder hoogleraar forensische psychiatrie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is werkzaam als klinisch forensisch psycholoog in de forensisch psychiatrische polikliniek De Waag in Nederland. Hij illustreerde het probleem dat bestaat bij het onderscheiden van allochtone en autochtone daders van seksueel geweld op basis van het bestaande cijfermateriaal en de gehanteerde informatiebronnen. Als oplossing hiervoor toont hij aan dat, door ze onder te verdelen in verschillende subgroepen van seksueel delinquenten, er wel significante verschillen tussen beide groepen naar boven komen. Opnieuw was er ruimte voor vragen en discussie, waarna de gasten konden genieten van een verzorgde lunch.

Het programma voor de namiddag werd licht gewijzigd door de afwezigheid van de laatste spreker, Redouane Ben Driss, die zich helaas moest verontschuldigen. Semiye Tas, Turkse seksuologe en psychotherapeute, zette de leerrijke dag verder. Ze legde in haar presentatie uit wat de waarden en normen in seksualiteitsbeleving bij de allochtone gemeenschap zijn. Gezien haar eigen achtergrond vertrekt ze vanuit het oogpunt van de Islam en kijkt ze wat de Koran zegt over seksualiteit. Ze gaat na welke onderwerpen bespreekbaar zijn voor allochtone mannen en vrouwen, en pleit voor het gebruik van praatgroepen om bepaalde dingen bespreekbaar te stellen. Semiye Tas zette haar presentatie kracht bij met het gebruik van humor en illustratief materiaal. Het was een interessante uiteenzetting vanuit de algemene seksuologische hulpverlening, die door de volgende spreker verder werd toegelicht in het forensisch kader.

Sultan Balli gaf, vanuit haar eigen ervaring als psychotherapeute en trainingsadviseur voor diversiteitstrajecten en interculturalisatieprocessen, uitleg over "allochtone dadertherapie". Ze gaf een historisch onderzoek en liet de toehoorders kritisch nadenken over wat cultuur net is. Sultan Balli illustreerde de rol van cultuur binnen dadertherapie aan de hand van bepaalde thema's en gaf uitleg rond zowel de praktische als inhoudelijke aspecten van de behandeling van allochtone seksuele delinquenten.

Beide presentaties uit de namiddag maakten heel wat los bij het publiek, zoals bleek uit de vragen en discussieronde na de pauze. Door de vele interessante vragen en bedenkingen, werd het geplande paneldebat noodgedwongen een beetje ingekort. Het eindwoord werd opnieuw gegeven door prof. dr. Kris Goethals, die iedereen vervolgens uitnodigde voor de receptie. Iedereen kon zo nog even nakaarten over de dag met een hapje en een drankje.

Het symposium "Allochtone seksuele daders" telde 106 ingeschrevenen, waarvan 102 effectief aanwezig waren. 62 van de 102 aanwezigen vulden een evaluatieformulier in, waarvoor dank. Hierna worden de belangrijkste resultaten weergegeven. De aanwezigen hadden een gevarieerde achtergrond, waarvan de meesten psycholoog (40,3%), maatschappelijk werker (16,1%) en justitie-assistent (12,9%) waren. Er was een gelijk aantal psychiaters en (psychiatrisch) verpleegkundigen aanwezig (6,5%). Verder waren er in mindere mate ook nog onderzoekers, criminologen en seksuologen aanwezig.

De presentaties van de verschillende sprekers werd over het algemeen goed onthaald en scoorden een gemiddelde van 4 op 5, wat gelijk staat aan de beoordeling 'goed'. De sprekers die in de namiddag aan het woord kwamen (mevrouw Tas en mevrouw Balli), werden enigszins beter onthaald dan de sprekers uit de voormiddag aangezien zij het meer over praktische en toepasbare zaken hadden. Uit de bevraging bleek dat de aanwezigen meer nood hadden aan praktische tools voor in het werkveld.

Er werd ook gepeild naar de organisatie van de studiedag. Dit werd algemeen als 'goed' beoordeeld. De bekendmaking en communicatie vanuit het UFC (4,13/5), de locatie (4,33/5), de dagindeling (4,07/5), de moderator (4,04/5), de ontvangst en catering (4,41/5), de prijs-kwaliteitsverhouding (3,98/5) en (indien van toepassing) de pendeldienst (4,20/5) scoorden daarmee ongeveer even goed als de vorige studiedagen. Aan de aanwezigen werd ook gevraagd een totaalscore te geven. Deze score bedraagt 7,39 op 10. Deze score is enigszins lager dan vorige studiedagen betreffende Hyperseksualiteit in 2013 (8,09/10) en The Dark Side of Sex in 2012 (8,01/10). Wij hopen dat het een interessante ervaring was voor alle deelnemers en kijken uit naar de volgende gelegenheid!