Op 16/11/2017 vond de intervisie incestplegers “de gezinsgerichte aanpak van incestpleger en zijn gezin” plaats op de stadscampus UAntwerpen. De intervisie werd gegeven door Stef Anthoni en Bart Weustenraad van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) Antwerpen.

incest

Het VK kan opgedeeld worden in drie pijlers, namelijk de advieslijn 1712, reguliere werking en gemandateerde voorziening. De reguliere werking werkt voornamelijk met crisissen. Het gaat om een kort therapeutisch proces van 3 à 4 maanden voor er een doorverwijzing gebeurt. De Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK) zijn verschillend van de Ondersteuningscentra Jeugdzorg (OCJ) omdat OCJ zich richt op Verontrustende Opvoedingssituaties en VK zich richt op situaties van kindermishandeling.

De eerste spreker, Bart Weustenraad, focuste op de belangrijkste pijlers in de omgang met verontrustende situaties. Het VK prioriteert het belang van het kind (slachtoffer) in een incestsituatie, wat concreet betekent dat ze opteren om te werken met incestplegers zonder justitie te betrekken.

Er zijn vier verschillende bouwstenen die aandacht vereisen in de aanpak naar verontrusting. Een eerste belangrijke bouwsteen is ‘veiligheid’. Er zijn drie te onderscheiden niveaus van veiligheid, namelijk ‘fysieke (on)veiligheid’, ‘emotionele (on)veiligheid’ en ‘relationele (on)veiligheid’. De tweede pijler, ‘communicatie en samenwerking’, gaat over de verschillende partijen waar mee wordt samengewerkt. Andere partners betrekken (jeugdhulp, kind&gezin, …) en transparant zijn ten aanzien van de familie is noodzakelijk, zodat het gezin vanuit verschillende invalshoeken geholpen kan worden. De derde pijler, ‘verantwoordelijkheid en erkenning’, is een thema dat deontologisch wel wat vragen doet oprijzen. De discussie over de feiten en wat er al dan niet gebeurd is, leidt vaak tot een welles-nietes verhaal dat niet productief is. Het is meer aangewezen om samen gemeenschappelijke doelen te bedenken waar de familie (inclusief dader) rond wil werken en van waaruit erkenning kan voortvloeien. Tenslotte is ook ‘herstel’ fundamenteel. Het gaat dan om relationeel herstel, maar eveneens om individueel herstel. Herstel duurt echter lang en gaat in kleine stapjes, waardoor het zeer belangrijk is om een positieve en doelgerichte aanpak te hanteren naar de familie toe. 

intervisie 1


De tweede spreker, Stef Anthoni, bracht de drie verschillende wetenschappelijk onderbouwde visieaspecten naar voor die gebruikt worden in een incestcontext. Ten eerste gaat het om ‘trauma’ en de drie te onderscheiden types ervan, namelijk eenmalig, relationeel of wederkerend en relationeel trauma. Ten tweede moet ‘ontwikkeling’ in acht genomen worden, want wanneer een kind iets meedraagt in zijn rugzak kan dit opnieuw naar boven komen in een nieuwe ontwikkelingsfase. Tenslotte werd ook ‘hechting’ besproken in die zin dat er verschillende soorten hechting zijn (veilig, vermijdend, gedesorganiseerd en afwerend) en dat dit van grote invloed is. Deze thema’s zijn belangrijk bij slachtoffers, maar ook bij daders aangezien heel veel plegers zelf een aangetaste gehechtheid hebben of een trauma hebben gekend.


Er werden ook meerdere uitgebreide casusbesprekingen gedaan. Hierbij werd de insteek gebruikt die binnen het VK ook wordt gehanteerd, namelijk nadenken over de casus vanuit de rollen van de verschillende gezinsleden. De groepen werden ingedeeld in de rol van het slachtoffer, de rol van hulpverlener, de rol van dader, de rol van partner, de rol van broer of zus, etc. Vanuit jouw specifieke bril moest je nadenken over twee vragen, namelijk “Welke emoties/gedachten gingen er door je heen vanuit je specifieke rol?” en “Wat heb jij vanuit jouw rol nodig in het herstelproces?”. Zo kom je tot een interessante bespreking die de gevoelens en noden van elke partij centraal zet en meerdere perspectieven biedt. De casussen die niet aan bod konden komen, werden door de sprekers individueel nog teruggekoppeld en beantwoord zodat niemand met vragen achterbleef.

intervisie 2


Na de intervisie vulden de deelnemers een feedbackformulier in. Hieruit kwamen de verschillende functies van de deelnemers naar voor waaronder psychiater (6.3%), psychologisch consulent (6.3%), criminoloog (12,5%), psycholoog (37,5%) en andere (43,8%). Het thema, de inhoud, de presentaties, de organisatie en het nut voor de praktijk werden door de grote meerderheid als goed tot zeer goed beoordeeld. De duur van de intervisie werd door 37,5% als zeer goed beoordeeld, door 25% als goed, door 31,3% als voldoende en door 6,2% als slecht. Gemiddeld kreeg de intervisie een 8/10!