Evy Sabau, stagiaire Criminologie, gaf een Journal Club in mei 2024 over de vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke plegers van seksueel kindermisbruik.

Hoewel veel mensen denken dat zedendelicten alleen door mannen gepleegd worden, tonen studies aan dat een klein maar zeker deel van de daders van seksueel kindermisbruik, vrouwen zijn. Echter is er slechts beperkte literatuur over vrouwelijke daders van seksueel kindermisbruik beschikbaar en zijn de beschikbare behandelingsprogramma’s voornamelijk gericht op mannen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de laatste 15 jaar een opwaartse trend zichtbaar is, waarbij steeds meer aandacht bestaat voor vrouwelijke zedendelinquenten. In 2018 organiseerde ook het UFC een studiedag over vrouwelijke zedendelinquenten.

Onderzoek trachtte de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke zedendelinquenten onder de loep te nemen. Het onderzoek waarover deze Journal Club handelde bevatte een mixed methods study, waarbij gebruik werd gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens. Tijdens het onderzoek werden er vrouwelijke en mannelijke zelfrapportagegegevens verzameld van 26 vrouwen en 25 mannen in detentie.

De vergelijking tussen mannelijke en vrouwelijke zedendelinquenten is gebaseerd op demografische informatie, slachtoffer- en delictkenmerken, middelenmisbruikstoornis, seksuele devianties en negatieve ervaringen in de kindertijd.

Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat alle respondenten in het onderzoek die veroordeeld waren voor een zedendelict een slachtoffer hebben jonger dan 13 jaar oud. Daarnaast was de meerderheid van de zedendelinquenten blank en was de gemiddelde leeftijd 30,6 jaar. In een publicatie van Wijkman & de Vogel (2020), worden bovenstaande resultaten bevestigd.

Alsook worden in de studie verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke zedendelinquenten naargelang slachtoffer en delictkenmerken omschreven. Zo hebben de vrouwelijke zedendelinquenten evenveel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers en hebben mannelijke zedendelinquenten daarentegen vaker een vrouwelijk slachtoffer. In de publicatie van Wijkman & de Vogel (2020) was er daarentegen geen eenduidig beeld over het geslacht, het aantal en de leeftijd van de slachtoffers. Echter lijkt het er wel op dat vrouwelijke zedendelinquenten voornamelijk minderjarige slachtoffers hebben. Hoewel uit de studie bleek dat vrouwen in tegenstelling tot mannen geen enkele relatie hebben met het slachtoffer, zijn vrouwelijke zedendelinquenten wel vaker voogd of ouder van het slachtoffer. Beide publicaties bevestigen dat vrouwelijke daders over het algemeen slachtoffers hebben die zij van tevoren al kennen en tonen aan dat er bij vrouwelijke zedendelinquenten veelal een mededader aanwezig is.

Vervolgens geeft het onderzoek aan dat er bij vrouwelijke zedendelinquenten minder sprake is van middelengebruik en seksuele devianties. Deze lagere percentages worden eveneens aangetoond in de publicatie van Wijkman & de Vogel (2020). Zij verklaren namelijk de afwezigheid van seksuele devianties doordat vrouwelijke zedendelinquenten minder vaak een seksueel motief hebben voor het plegen van het delict dan mannelijke zedendelinquenten.

Tot slot zijn er in de studie geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft negatieve ervaringen in de kindertijd. Niettemin wordt in de publicatie van Wijkman & de Vogel (2020) aangegeven dat de cijfers omtrent slachtofferschap in de kindertijd erg uiteen lopen.

Uit beide onderzoeken kan geconcludeerd worden dat vrouwelijke zedendelinquenten wel degelijk bestaan. Hoewel het bestaan van vrouwelijke zedendelinquenten wordt bevestigd, kunnen we ze niet als gelijken beschouwen; wat we dus over mannelijke zedendelinquenten weten, kan niet zo maar gespiegeld worden aan vrouwelijke zedendelinquenten. Dit heeft onvermijdelijk een impact op hun behandeling en de risicoinschatting. Omwille van deze reden is meer onderzoek naar vrouwelijke zedendelinquenten noodzakelijk.

Burgess-Proctor, A., Comartin, E. B., & Kubiak, S. P. (2017). Comparing female-and male-perpetrated child sexual abuse: A mixed-methods analysis. Journal of child sexual abuse, 26(6), 657-676.

Wijkman, M., & de Vogel, V. (2020). Behandeling van vrouwelijke zedendelinquenten. In Handboek behandeling van seksueel afwijkend gedrag (pp. 383-401). Gompel & Svacina.