Het UFC organiseert samen met Child Focus een workshopnamiddag over veilig internetgebruik bij (potentiële) plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag op dinsdag 27/09/2022. 
 

 

Praktijkworkshop

Veilig internetgebruik bij (potentiële) plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag

UFC X Child Focus
    

 -27/09/2022, namiddag -


 

Op dinsdag 27.09.2022 vond een praktijkworkshop plaats omtrent veilig internetgebruik bij seksuele daders, georganiseerd door het UFC in samenwerking met Child Focus. De primaire doelstelling van de dag was om veilig internetgebruik bespreekbaar te maken, het onderwerp zodoende in de kijker te plaatsen en dit zoveel als mogelijk toe te passen op veilig internetgebruik bij seksuele daders.

Deze leerrijke vorming werd verzorgd door Inne Cornu, educatief medewerker bij Child Focus. Tijdens de vorming werden wetenschappelijk onderbouwde informatie en diverse pedagogische hulpmiddelen aangereikt, Inne maakte daarbij de vertaalslag naar de praktijk en in interactie met het publiek werd deze kennis zoveel als mogelijk toegepast op de doelgroep seksuele daders.

Eerst en vooral werd er stilgestaan bij de werking, de visie en de missie van Child Focus. Zo is Child Focus een crisismeldpunt en wordt er dus geen langdurige hulpverlening aangeboden. De centrale thema’s kaderen zich rond verdwijningen, seksuele uitbuiting en Child Focus als Belgisch centrum voor veilig internet. Vervolgens werden enkele interessante initiatieven, fenomenen en onderzoeksbevindingen aangekaart. Een greep uit de besproken initiatieven zijn; ‘iedereen een max!’[1], een project van Child Focus waarbij jongeren worden aangespoord een volwassen vertrouwenspersoon te zoeken, namelijk 'een max' via een mix-max. Voorts werd de mediadiamant besproken, een model dat kan worden gebruikt bij jongeren, maar ook kan worden toegepast bij seksuele daders. Het bestaat uit 5 verschillende lagen: allereerst een laag dat aangeeft hoe internet een leuke plaats kan zijn, vervolgens is er een laag waarbij men stilstaat bij de inhoud die men online kan tegenkomen en bijgevolg een inschatting van de risico’s bij deze blootstelling. Vervolgens kan er samen met een toezichthouder gesurft worden op het internet en tot slot, als laatste laag, moet er een balans gevonden worden tussen veilig internetten en individuele zelfontplooiing. Door het toepassen van deze 5 lagen tracht men veilig en gezond internetgebruik na te streven. Daarnaast werd ook kort stil gestaan bij het begrip ‘TGV’, dat als afkorting dient voor Toestemming, Gelijkwaardigheid en Vrijwilligheid’. Aan de hand van deze criteria kan samen met de jongere, maar eveneens ook met de doelgroep van seksuele daders, een bepaalde situatie gescoord worden. De manier waarop situaties worden gescoord, kan aangepast worden aan de beoogde doelgroep, bijvoorbeeld het werken met kleurtjes kan gehanteerd worden bij minderjarigen, en een iets complexere variant kan toegepast worden bij seksuele daders. Bovendien gaf de gastspreekster het advies nooit te spreken over de (potentiële) gevaren die gepaard gaan met internetgebruik, maar dit te benoemen als (potentiële) risico’s die men moet trachten te identificeren en overwinnen.

Ook werden enkele actuele, maatschappelijke fenomenen onder de loep genomen zoals online grooming. Het is opmerkzaam dat het Belgische seksueel strafrecht en Child Focus niet dezelfde omschrijving hanteren. De omschrijving gehanteerd door Child Focus is breder, het groomingproces wordt gekaderd vanuit een ‘missing piece’ bij de jongeren waar groomers handig op inspelen. Vandaar het belang van psycho-educatie voor zowel de jongeren alsook voor de ouders.

Eveneens werd sexting besproken, het is van belang aandacht te schenken aan dit fenomeen aangezien het een manier kan zijn waarop jongeren hun seksualiteit beleven. Verschillende motieven kunnen aan de basis liggen zoals een nieuwsgierigheid naar seks, een liefdesrelatie, experimenteren, enzovoort. Er werden dan ook enkele preventietips meegedeeld om veilig aan sexting te kunnen doen en enkele reactietips wanneer er misbruik van wordt gemaakt. Zodoende is het van belang om een onderscheid te maken tussen sexting, dat an sich geen probleem vormt, en seksueel grensoverschrijdende sexting waar motieven als wraak aan de grondslag kunnen liggen om sextingbeelden te misbruiken. Tools om te beoordelen of een situatie aanvaardbaar is of om internetgedrag controleerbaar te maken zijn o.a. het ‘TGV’-criterium, STAR+[2] en 'Net Nanny', waar ouders gebruik van kunnen maken om het onlinegedrag van hun kind te monitoren, al kunnen deze altijd worden omzeild. Het is belangrijk om in behandelingen ernaar toe te werken een veilig internetgebruik te bekomen en daarbij gebruik te maken van de bestaande methodieken en tools om individuen stapsgewijs onder te dompelen in de onlinewereld. Een belangrijke kanttekening is dat deze bestaande methodieken initieel gericht zijn op jongeren, echter kunnen we deze - mits enige creativiteit van de behandelaar - ook vertalen naar de doelgroep van seksuele daders.

Tevens werd onze kennis over enkele bestaande sociale media-apps op de proef gesteld tijdens de logoquiz. Sommige onder ons zijn helaas op het randje van de pensioenleeftijd gestrand en anderen waren helemaal up-to-date. Het bestaan van enkele nieuwe apps en nieuwe varianten van reeds bestaande apps werden besproken, alsook faming apps, die vaak worden misbruikt door daders om minderjarigen te benaderen. Zo is Yubo een datingapp voor minderjarigen tussen 13-jaar en 17-jaar. Aan de hand van algoritmes wordt gescreend of de jongeren weldegelijk voldoen aan de leeftijdscriteria. Dit kan een manier zijn voor groomers om hun netwerk uit te breiden. Verder werd ‘F3’ aangehaald, een variant van Omegle, waar verschillende gevaren aan verbonden zijn. Finstagram, afkomstig van Fake-Instagram, is een trend waarbij mensen een tweede profiel aanmaken op Instagram om meer intieme en gevoelige content te plaatsen. Het doel is om dit enkel zichtbaar te maken voor dichte vrienden, maar doordat jongeren vaak geen onderscheid kunnen maken tussen de offline en online wereld zijn hier gevaren aan gekoppeld.

De rode draad doorheen de vorming was dat er niet op ieder moment kan gewaakt worden over het surfgedrag van kinderen en jongeren, het is van belang ze daarom geleidelijk aan met het internet te laten kennismaken. Apestaartjaren[3] is een onderzoek dat om de twee jaar wordt uitgevoerd om het internetgebruik van jongeren in kaart te brengen. Hieruit blijkt dat de digitale pubertijd op heden kan geschat worden op een leeftijd van 10 jaar, en deze tendens zal naar alle waarschijnlijkheid met de jaren steeds verjongen. Dit geleidelijk en begeleidend contact wordt vergeleken met de spreekwoordelijke zegswijze ‘met vallen en opstaan’ en geldt eveneens voor meerderjarige justitiabelen die tijdelijk geen of beperkte toegang tot het internet hebben gekend. Dit is echter moeilijk in een context met justitiabelen die zich het vallen niet kunnen permitteren. In een justitiële context uit dit geleidelijke internetcontact zich in een sterke controle en toezicht in de beginperiode en geleidelijk aan een ommekeer naar steeds meer vrijheid en vertrouwen. Hierbij bekleden wij als hulpverlening een essentiële rol. Vaak is het moeilijk voor hulpverleners om een goede balans te vinden tussen het geleidelijk internetcontact en de vaagheid en abstractheid rond de justiële voorwaarden en maatregelen verbonden aan het juridisch statuut. Dit maakt dat het niet altijd even helder is wat wel en niet toelaatbaar is in het kader van een goede reclassering, bijvoorbeeld wanneer men via het internet wil op zoek gaan naar werk.

Concluderend, een leven zonder internet en sociale media is ondenkbaar. De internetwereld is constant in evolutie en ook de gespecialiseerde hulpverlening voor seksuele daders dient mee te evolueren.


[1] https://www.iedereeneenmax.be

[2] https://www.childfocus-star.be

[3] https://www.apestaartjaren.be