Op dinsdag 20/2/2018 vond het NL-ATSA congres “Van de nood een deugd maken: aan de slag met dynamische risicofactoren bij zedendelinquenten” plaats. Het UFC hielp een handje bij de organisatie van dit congres en was die dag aanwezig. Het congres werd geopend door Kasia Uzieblo (voorzitter van NL-ATSA) die de rode draad van de dag besprak.
De eerste lezing was van Wineke Smid “Mixed emotions: An Incentive Motivational Model of Sexual Deviance”. Dit model houdt voornamelijk rekening met het seksuele aspect in seksueel delictgedrag. Het model is nieuw en nog niet gevalideerd, maar zou in de praktijk al wel bepaalde handvaten kunnen bieden. Smid legde uit hoe ‘normaal’ seksueel gedrag kan doorschieten tot ‘deviant’ seksueel gedrag en welke aspecten daarbij komen kijken.
Jan Willem van den Berg vervolgde het congres met zijn lezing over “Dynamische Risicofactoren van Zedendelinquenten: Een Netwerk Analyse”. Dit ging over de samenhang tussen dynamische risicofactoren en welke dynamische risicofactoren meer prioriteit in de behandeling en begeleiding van zedendelinquenten zouden moeten krijgen.
De laatste lezing van de voormiddag had als thema “Behandeling Van Dynamische Risicofactoren: Een Casusstudie” en werd gegeven door Eelco Van Doorn. Als tip voor de praktijkwerker gaf Van Doorn mee dat je best gebruik maakt van de dynamische risicofactoren om de behandeldoelen te identificeren. Binnen die dynamische risicofactoren focus je op de hoogste scores (risicotaxatie-instrument). Hierop pas je dan gerichte interventies toe. Van Doorn pleitte ten slotte voor transparantie over de resultaten van een risicotaxatie naar de patiënt toe.
Na de lunchpauze kwam Mirthe Noteborn aan het woord. De presentatie met als titel “Stille wateren, diepe gronden: Wat gaat er om in het hoofd van een zedendelinquent? De rol van cognitieve verstoringen, delictondersteunende gedachten en impliciete theorieën.” handelde over de beperkingen van de huidige meetinstrumenten (zowel de directe als de indirecte maten). Noteborn presenteerde lopend onderzoek rond de ontwikkeling van een nieuwe zelfrapportagelijst (Questionnaire of Implicit Theories of Sexual Offending – QITSO) om cognitieve verstoringen, delict ondersteunende gedachten en impliciete theorieën in kaart te brengen.
Als afsluiter van het congres gaven Klaartje Schepers en Caspar van Eijk een lezing over “Acceptance & Commitment Therapie bij zedendelinquenten: oefenen met ACT interventies in de klinische praktijk”. De verschillende pijlers van ACT werden toegelicht aan de hand van theoretische omkadering én praktijkvideo’s. Verder werden een aantal tools en oefeningen meegeven en gedemonstreerd om in behandeling toe te passen.