Tijdens haar journal club in februari 2020, stelde toenmalig ASO dr. Elise Wuyts een artikel voor omtrent het effect van een hormonale behandeling op pedofilie. U kan het verslag hier lezen.
Inleiding:
Seksueel kindermisbruik treft wereldwijd 1 op 5 meisjes en 1 op 10 jongens, met vaak grote psychosociale gevolgen. De adequate behandeling van kindermisbruikers is een essentieel onderdeel van een goed preventief beleid, maar zal niet altijd de mensen bereiken voor ze kindermisbruik plegen. Met behulp van hulplijnen zoals Stop It Now in België en Nederland kan ook deze groep de weg naar hulpverlening vinden (2). De huidige randomized clinical trial (RCT) bekijkt de rol van hormonale behandeling bij mannen geïncludeerd via een gelijkaardige Zweedse hulplijn.
Vraagstelling:
Kan een gonadoreline-antagonist zoals Degarelix bij hulpzoekende mannen met een pedofiele stoornis op korte termijn het risico verminderen op seksueel kindermisbruik?
Methoden:
Het betreft een dubbelblinde, placebo-gecontroleerde RCT uitgevoerd door het ANOVA-centrum in Stockholm, Zweden. Er werden 52 mannen met pedofiele stoornis geïncludeerd via de nationale hulplijn PrevenTell waarvan 25 mannen een behandeling kregen met depot injecties Degarelix (gonadoreline-antagonist) en 26 een gelijkaardige placebobehandeling kregen. Er werd een risicoscore bepaald gaande van 0 tot 15 punten op baseline, na 2 weken en na 10 weken volgens 5 domeinen die door de auteurs als relevant werden beschouwd.
Een aantal zaken vallen hier op. Ten eerste betreft het een dubbelblinde studie met een populatie die risico loopt op het plegen van kindermisbruik, waarbij er bovendien ook 6 hoog-risico participanten worden onderscheden volgens de risicoscore van de onderzoekers. Ondanks deze wetenschap, wordt de helft van deze groep doelbewust niet behandeld. Dit roept enkele ethische bedenkingen op.
Daarnaast kunnen we stellen dat de aangeboden behandeling niet proportioneel aan de doelgroep staat. Hormonale behandeling wordt in de internationale richtlijnen geplaatst op de derde of zelfs vierde lijn (3) en zou bij patiënten met een pedofiele stoornis die zich melden via een hulpzijn niet onmiddellijk overwogen worden als eerste keuze van behandeling.
Als laatste kan ook de risicoscore in vraag gesteld worden. Deze is niet gebaseerd op een bestaand, gevalideerd risicotaxatie instrument en kan bijgevolg ook niet zomaar worden overgedragen naar de gekende interpretaties van risico binnen de forensische psychiatrie.
Resultaten:
Een behandeling met Degarelix zal een significante reductie geven in de risicoscore vergeleken met de controlegroep op 2 weken en op 10 weken. 58% van de mannen in de behandelde groep wilde Degarelix verderzetten. Er werden geen significante bijwerkingen gerapporteerd. Hierbij geven de auteurs ook de bedenking dat het gaat om een korte termijnsopvolging en dat verder onderzoek moet gebeuren voor de neveneffecten kunnen hebben op lange termijn.
Discussie:
Vooralsnog is het gebruik van gonadoreline-antagonisten enkel geïndiceerd bij behandeling van een hormoongevoelig prostaatcarcinoom. Dit is een van de eerste studies die deze medicatie toepast bij parafiele stoornissen. De auteurs geven als belangrijkste voordeel vergeleken met de gonadoreline-agonisten dat er geen risico is op een flare-up effect door een tijdelijke stijging van testosteron. Dit betekent ook dat het al op kortere termijn een effect op de seksuele functie zal hebben. De vraag voor de toekomst zal zijn of dit voordeel genoeg is om ook een officiële indicatie te krijgen binnen de forensische psychiatrie.
De auteurs staan ook stil bij het risico op depressie als nevenwerking van hypogonadisme, hoewel dit bij onderzoek rond Degarelix gebruik bij patiënten met prostaancarcinoom erg zeldzaam blijkt te zijn.
Conclusie:
Ondanks enkele methodologische bedenkingen, is dit een boeiende studie die het voorlopig vrijwel onontgonnen gebied van gonadoreline-antagonisten bij seksuele stoornissen tracht te exploreren. Het zal interessant zijn om te zien wat toekomstig onderzoek hier verder in ontdekt.
Referenties:
1. Landgren, V., Malki, K., Bottai, M., Arver, S., & Rahm, C. (2020). Effect of Gonadotropin-Releasing Hormone Antagonist on Risk of Committing Child Sexual Abuse in Men With Pedophilic Disorder: A Randomized Clinical Trial. JAMA psychiatry, 77(9), 897–905. https://doi.org/10.1001/jamapsychiatry.2020.0440
2. Heasman, A., & Foreman, T. (2019). Bioethical Issues and Secondary Prevention for Nonoffending Individuals with Pedophilia. Cambridge Quarterly of Healthcare Ethics, 28(02), 264–275. doi:10.1017/s0963180119000094
3. Thibaut, Florence & Cosyns, Paul & Fedoroff, Paul & Briken, Peer & Goethals, Kris & Bradford, John. (2020). The World Federation of Societies of Biological Psychiatry (WFSBP) 2020 guidelines for the pharmacological treatment of paraphilic disorders. The World Journal of Biological Psychiatry. 21. 1-79. doi:10.1080/15622975.2020.1744723.