In maart 2021 stelde onze stagiaire klinische psychologie Aster De Maeyer een artikel voor omtrent fotografisch exhibitionisme. Wat is het juist en waarom doen mannen het? Lees het hier in een kort verslag.
Fotografisch exhibitionisme, ofwel het verspreiden van foto’s van genitaliën of ‘dickpics’, is ondertussen een wijdverspreid fenomeen. Een prangende vraag komt daarmee naar boven: waarom doen mannen dit? Deze studie gaat op zoek naar de achterliggende motivatie van mannen voor het versturen van dergelijke foto’s zonder toestemming van de tegenpartij, de zogezegde ‘unsolicited dickpics’. Bijkomend onderzoeken ze ook personaliteits- en seksualiteitskarakteristieken, waaronder narcisme, exhibitionisme, seksisme, erotofobie en -filie. Op basis van deze kenmerken hopen de onderzoekers een onderscheid te kunnen maken tussen mannen die zo’n ongevraagde dickpics niet sturen en zij die dit wel doen.
Om te beginnen pleiten de onderzoekers voor het beschouwen van deze foto’s als een uniek en te onderscheiden fenomeen. Tot nu toe worden dickpics enkel bestudeerd in een breder kader zoals ‘sexting’ of de uitwisseling van naaktfoto’s. In deze studie wordt echter uitsluitend de focus gelegd op dickpics en dit enkel in heteroseksuele verhoudingen. Aan de ene kant doen ze dit omdat antecedent onderzoek uitwijst dat de reacties op dickpics vaker positief zijn bij homoseksuelen in tegenstelling tot de meestal negatieve reacties bij vrouwen. Aan de andere kant is het verzenden van dickpics enkel een mannelijk fenomeen en wordt het ongevraagd verzenden van foto’s van genitaliën in eerder onderzoek sterk met het mannelijke geslacht gelinkt . Dit kan te wijten zijn aan het feit dat mannen meer responsief zijn ten aanzien van visuele seksuele stimuli in vergelijking met vrouwen. Studies tonen namelijk meer activiteit in de amygdala en hypothalamus bij het mannelijke geslacht wanneer ze aan dergelijke visuele stimuli blootgesteld worden. Naast het feit dat ze dickpics onderscheiden als een apart fenomeen, maken de onderzoekers ook binnen deze categorie een opsplitsing op basis van het begrip ‘consent’. Enerzijds kan men dickpics versturen waarbij de tegenpartij op een bepaalde manier toestemming heeft gegeven voor het ontvangen van dergelijke foto’s. Dit is bijvoorbeeld meestal het geval bij ‘sexting’. Anderzijds kan zo’n breder kader afwezig zijn en heeft de vrouw geen toestemming gegeven voor het ontvangen van zo’n foto’s. Op dat ogenblik spreekt men van ‘unsolicited dickpics’, wat beschouwd kan worden als ‘sexual harassment’.
Bij de laatste categorie blijft de vraag bestaan waarom mannen deze ‘unsolicited dickpics’ versturen. De mogelijke motivaties worden in dit artikel onderverdeeld in drie overkoepelende categorieën: Ten eerste kunnen mannen dickpics versturen vanuit strategische redenen. Ze kunnen naar zoveel mogelijk vrouwen hun geslachtsdelen sturen in de hoop dat er toch één iemand reageert en/of ze kunnen hopen op wederkerigheid waarbij ze in ruil voor hun foto’s ook naaktfoto’s terugkrijgen. Ten tweede kunnen ook deviante motivaties schuilen achter het versturen van dickpics. Binnen de deviante motivaties, zijn er drie subcategorieën. Om te beginnen kan het gaan om een soort ‘gemedieerd exhibitionisme’ waarbij mannen opgewonden geraken van het feit dat de andere partij deze foto’s onwetend toegestuurd krijgt. Verder kan men ook kijken naar feministische theorieën waarbij vijandig seksisme zou kunnen schuilen achter het versturen van dickpics. Hierbij hopen mannen op negatieve reacties van de vrouw om zich zo machtig te voelen ten opzichte van het andere geslacht. Tot slot behoort narcisme tot de deviante motivaties. In de literatuur is narcisme namelijk gelinkt aan deviante seksuele tendensen, inclusief exhibitionisme. De derde en laatste overkoepelende reden die mannen kunnen hebben worden als positief beschouwd. Ze kunnen het zien als een manier van flirten of een manier om de seksuele bevrediging in hun relatie te vergroten. Naast deze mogelijke motivaties, spitst het onderzoek zich ook toe op de reactie die mannen hopen te ontlokken bij de tegenpartij.
Voor het bevragen van deze motivaties en gehoopte reacties gebruiken de onderzoekers hun eigen ontwikkelde vragenlijst ‘motivations behind sending genital pictures’. Daarnaast wordt narcisme in kaart gebracht aan de hand van de verkorte ‘narcissism personality inventory scale’, erotofilie en –fobie aan de hand van de ‘sexual opinion survey’ en seksisme aan de hand van de ‘ambivalent sexism inventory – short form’.
Uit al deze afgenomen tests komen enerzijds vooral strategische redenen naar voor om dickpics ongevraagd te versturen; zoals de hoop om naaktfoto’s terug te krijgen of het op zoek gaan naar een partner. Aangezien vrouwen vooral negatieve reacties rapporteren op zo’n ongevraagde foto’s, is deze mindset en dit gedrag waarschijnlijk een representatie van de overschatting die mannen maken van de interesse die vrouwen hebben in dergelijke foto’s. Dit wordt de mannelijke ‘over-perception bias genoemd’. Anderzijds kunnen deze negatieve reacties van vrouwen voor sommige mannen juist een bekrachtiging zijn, aangezien toch zes procent van de bevraagde mannen vrouwenhaat als motivatie aangeven.
Naast de motivaties kijken Oswald et al. ook naar de gehoopte reacties. Meer dan 80 procent geeft aan dat ze seksuele opwinding willen ontlokken bij de vrouw en 50 procent geeft aan dat ze hopen dat de vrouw zich aantrekkelijk voelt door de foto’s te krijgen. Deze positieve intenties houden natuurlijk geen rekening met het feit dat er geen consent wordt gegeven door de tegenpartij. Het feit dat ze dit ‘vergeten’ kan ook hier weer te wijten zijn aan de mannelijke ‘over-perception bias’ aangezien ze het zelf zouden appreciëren om dergelijke foto’s te ontvangen. Het feit dat ze geen rekening houden met consent is natuurlijk niet altijd iets dan men ‘gewoon’ vergeet. Soms is het feit dat vrouwen hier geen toestemming voor geven juist de factor die de man seksueel opwindt. Deze conclusie wordt getrokken uit het feit dat er toch mannen zijn die negatieve reacties hopen te verkrijgen en/of negen procent van de mannen macht en controle als motivatie opgeven.
Verder komt het niet als een verrassing dat narcisme en seksisme positief geassocieerd worden met het zenden van ongevraagde dickpics. Wat echter wel als verrassing komt, is het feit dat er geen correlatie is met exhibitionistische tendensen. Er wordt weinig overlap gevonden tussen exhibitionisme online versus offline, wat suggereert dat fotografisch exhibitionisme als een aparte categorie moet gezien worden. Het is namelijk de anonimiteit van het internet en de normalisatie van dickpics die ervoor zorgen dat mannen meer geneigd zijn om ongevraagd dickpics te versturen.
Ten slotte is het belangrijk dat deze conclusies met enige korrel zout worden geïnterpreteerd daar de onderzoekers bij hun bevraging geen onderscheid hebben gemaakt tussen de dickpics die met consent worden verstuurd en degene die zonder consent worden verstuurd. Dit spreekt hun eerder opgemaakt onderscheid tussen dickpics met en zonder consent tegen. Deze studie geeft dus een eerste inzicht in dit fenomeen en kan een basis vormen voor verder onderzoek maar er blijft nog veel te ontdekken.
Oswald, F., Lopes, A., Skoda, K., Hesse, C. L., & Pedersen, C. L. (2020). I’ll show you mine so you’ll show me yours: motivations and personality variables in photographic exhibitionism. The Journal of Sex Research, 57(5), 597-609.